Voor Arjan Dorst is het helder, professionalisering hoort bij je werk als onderwijsbestuurder. “Als ik niets doe aan mijn eigen professionalisering, ben ik geen goed voorbeeld. Jezelf blijven ontwikkelen is nodig om leiding te kunnen geven.” De bestuurder van Stichting PCPO Capelle-Krimpen heeft onlangs een master Onderwijswetenschappen afgerond. “Mijn studie helpt me om betere beslissingen te nemen én die goed te onderbouwen.”
Arjans onderwijsloopbaan startte na de Pedagogische Academie (de voorloper van de PABO). Later voltooide hij een post-HBO-opleiding Supervisie en Coaching. Na ruim dertig jaar werken in het onderwijs besloot hij te gaan voor een master Onderwijskunde. De inhoud van deze studie sprak hem als onderwijsman direct aan. “Ik zocht wel een variant met zoveel mogelijk zelfstudie, want het kwam zeker in het begin vooral aan op de weekeinden en de vakanties.” De keuze viel op de Open Universiteit, waar je de opleiding module voor module (vak voor vak) kunt afronden.
Zo doe je dat: tussentijdse doelen stellen
Onnodige stress vermeed Arjan door korte-termijndoelen te stellen. “Ik probeerde niet te veel te focussen op het eindstation, maar me steeds te richten op het vak waar ik op dat moment mee bezig was. Haalde ik mijn planning niet, dan ging ik voor het volgende tentamenmoment.” Dit hielp hem om zijn masterthesis afgelopen voorjaar succesvol af te ronden.
Winst voor het onderwijs
Een passende opleiding levert én de bestuurder én het schoolbestuur veel op. Wat heeft Arjans master Onderwijskunde de stichting gebracht? “De meerwaarde voor de organisatie zit erin dat ik beter kan ondersteunen op onderwijskundig gebied. Eén van de belangrijkste zaken voor mij als bestuurder is de onderwijskwaliteit op onze scholen. De studie sloot daar goed op aan, met veel relevante theorie bij de praktijk. Ik heb zelf meer een onderwijskundig profiel dan een beheersmatig profiel. Deze studie heeft dat versterkt.” Dat klinkt mooi, maar een sterke nadruk op de onderwijskundige kant heeft ook risico’s. Arjan is zich hiervan bewust en dat helpt hem om niet op de stoel van de schooldirecteuren te gaan zitten. “Onze schooldirecteuren zijn autonome onderwijskundige leiders, ik ben meer de sparringpartner. Ons overleg is versterkt. We hebben een beter gesprek, doordat we allebei weten waar het inhoudelijk over gaat.” Arjan deed onder meer kennis op over hoe complexe vaardigheden het beste kunnen worden overgebracht op kinderen. Denk bijvoorbeeld aan een vaardigheid als het online opzoeken van informatie en die gegevens verwerken in een werkstuk. “De kennis over deze vaardigheden helpt me als ik met directeuren spreek. Bijvoorbeeld over leerlijnen mediawijsheid of over bepaalde methodieken. Door mijn opleiding kan ik als bestuurder beter leidinggeven aan onderwijskundige processen en aan innovatie.”
Innovatie door medewerkers versterken
Arjan deed tijdens zijn studie onderzoek naar hoe bestuurders en directeuren leiding kunnen geven aan innovatief leerkrachtgedrag. Kortom, naar hoe je als organisatie je medewerkers helpt bij het voortdurend beter maken van het onderwijs. “Uit het onderzoek bleek dat bestuurders in het algemeen vinden dat leerkrachten vooral ruimte nodig hebben om innovatief gedrag te tonen. Maar ze maken niet altijd duidelijk wat ze verstaan onder ruimte.” Arjan stuurt vooral op mentale ruimte. “Als mensen opgeslokt worden door de hectiek in het gezin en het werk, dan missen ze de mentale ruimte om toe te komen aan innovatief gedrag.” Die constatering heeft hij vertaald naar een concreet aanbod aan alle medewerkers. “Zij mogen zich op kosten van de stichting twee dagen terugtrekken in een klooster of stiltecentrum. Aan de hand van een speciale reader brengen we een reflectieproces op gang. Dat doen we met vragen als: waarom heb ik voor het onderwijs gekozen, wat geeft me energie en wat slurpt juist energie?”. Hiermee heeft Arjan twee doelen. “Natuurlijk dat er daadwerkelijk innovatieve ideeën ontstaan. Maar ook dat mensen de kracht ontdekken van het reflecteren zelf. Dat ze eerder denken: wat is mijn aandeel? Niet alleen oog hebben voor het volle rooster, de regeldruk. Maar dat ze vaker stilstaan bij wat zij zelf kunnen en willen bijdragen. Het eerste doel monitoren we in de jaarlijkse personeelsschouw met de directeuren. We kijken dan waar de experts zitten, waar we innovatief gedrag zien en hoe we dit kunnen versterken. Het tweede doel komt aan bod in gesprekken met de leerkrachten, bijvoorbeeld bij de functioneringsgesprekken. Als mensen enthousiast zijn over innovaties, dan zetten we dat in om ook andere medewerkers te enthousiasmeren.”
Voorbeeldfunctie
Jezelf professioneel blijven ontwikkelen, dat hoort bij elke goede bestuurder. “Besturen is je steeds bewust zijn van hoe jouw inbreng bijdraagt aan het beste onderwijs voor de individuele leerling. Professionalisering helpt om goed focus aan te brengen in je eigen werk en om leiding te geven aan professionalisering van je medewerkers.” En dan is er nog je voorbeeldrol. “Als ik niets doe aan mijn eigen professionalisering, ben ik geen goed voorbeeld. Het is ook gewoon heerlijk dat het je intellectueel scherp houdt. De cursus of studierichting moet natuurlijk bij je passen. Maar blijf in ieder geval in ontwikkeling, wat je ook kiest.”
Kort na dit interview werd bekend dat Arjan per 1 augustus begint in een nieuwe baan als voorzitter CvB bij de Theologische Universiteit Apeldoorn. Namens de VVOB gefeliciteerd met deze stap.