Lang geleden stond ik voor de klas. Leerlingen van de schoolkrant interviewden mij. Toen de tekst verscheen wees een conrector mij op een onhandige opmerking. Ik heb toen mijn toevlucht gezocht tot de woorden: ‘Ja, maar zó heb ik het niet gezegd!’ Daar heb ik nu na bijna 40 jaar nog een beetje spijt van.
Ik weet niet of minister Dennis Wiersma het allemaal zo gezegd heeft als Aleid het opgeschreven heeft, want het is wel koren op haar molen. Ik hoop echt dat hij het zó niet gezegd heeft. En anders kan hij nog verklaren dat hij het zó niet bedoeld heeft.
Zoals het er nu staat levert de tekst een dikke onvoldoende op. Of meer formatief geformuleerd, moet de feedback de minister duidelijk maken waar hij nog aan moet werken. Want net als bij een onvoldoende voor een proefwerk kan hij zo niet zomaar verder.
En als je niet weet over welk interview ik het heb, prijs je gelukkig en lees het maar niet.
Het begin alleen al. Zeker dat van de internetversie: “Het is mijn taak om leraren te helpen. Als schoolbesturen daar niet aan meehelpen, zal ik ingrijpen.” “Luister naar leraren”, zegt minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs Dennis Wiersma, “dan weet je wat voor hen het beroep onaantrekkelijk maakt.” “Dat leraren zich vaak slechts uitvoerders voelen van wat bestuurders voor hen bedenken, leidt tot scheve gezichten.”
Weet je wat een leuke denkoefening is?
Vul voor ‘leraren’ ‘bestuurders’ in, voor ‘bestuurders’ ‘de minister’ en voor ‘minister’ ‘de voorzitter van de Vereniging voor Onderwijs Bestuurders’. Dat levert een grappige variant op met een aardige realiteitswaarde.
Beste minister Wiersma, u bent zelf toch ook bestuurder (letterlijk zelfs dienaar!). En u bent minister van het hele funderend onderwijs. Dus ook van ons als bestuurders. Waarom dan die polariserende toon? En waarom benadrukt u dat er bestuurders zijn die hun werk niet goed doen. Ook daar kan je ‘bestuurders’ vervangen door willekeurig welk beroep, waaronder de twee eerder genoemde.
Zou de oplossing van de vraagstukken waar u zich terecht sterk voor maakt nu echt liggen in het schrobberen of zelfs schofferen van de mensen die in een uiterst complex werkveld er het beste van maken? Want ik vind de opmerking dat bestuurders geld dat bestemd was voor in de klas aan iets anders hebben uitgegeven, vér over de grens.
Ik hoop oprecht dat hiervoor de ontsnappingsformule van het begin van deze tekst geldt: ‘Dat heb ik zó niet gezegd, want zoiets zeg je niet in een interview.’
Het wordt toch hoog tijd om aan verbinding te werken en vast te stellen dat er hoop is als leraren, schoolleiders, bestuurders en de minister met zijn ministerie, nog beter samenwerken.
Van onze minister verwachten wij dat hij, naast boeiende gesprekken met leraren, ons als bestuurders serieus neemt, ons niet passeert, niet in het openbaar afvalt en zeker niet de mensen voor wie we verantwoordelijkheid dragen tegen ons opzet.
Ik vond die foto’s in de krant wel aardig, maar die tekst eromheen ….
Willem de Vos