Je professionele ontwikkeling, dat is iets waar je zelf het voortouw in neemt. “Of je nu als gymleerkracht met je sectie bijeenzit of als bestuurder bij een landelijke beroepsvereniging aansluit, je moet er zelf mee aan de slag”, zegt Peter Dooijeweerd. Ruim 7 jaar is hij nu bestuurder bij Delta Scholengroep en sinds de afgelopen ALV daarnaast bestuurslid van de VvOB.
Samen de schouders eronder
Bij Delta Scholengroep vormt Peter een tweekoppig bestuur met collega-bestuurder Wouter Middendorp. “Gezien alle vraagstukken waar je als bestuur dagelijks mee te maken krijgt, is het heel prettig om lief en leed wat te kunnen verdelen. En we houden beiden ook van een stevig inhoudelijk gesprek.”
Ook naar buiten toe is die samenwerkingsgedachte nooit ver weg. “Waar zouden wij zijn zonder de collega-onderwijsbestuurders uit PO en VO, of die van bijvoorbeeld het sportbedrijf en het natuurcentrum. Stevige samenwerking is noodzaak. Neem bijvoorbeeld ook het snijvlak tussen onderwijs en jeugdzorg: dat is een veel te groot thema om alleen in te opereren. Dat moet je samen met collega-schoolbesturen, bestuurders in de zorg en gemeenten oppakken. Alleen kom je nergens.”
Verantwoordelijkheid nemen
Al sinds hij ooit startte als gymnastiekleraar, is Peter gewend om verder te denken dan zijn eigen takenpakket. “Het collectief van de beroepsgroep heeft me altijd aangesproken. Hoe pak je die verantwoordelijkheid met elkaar? Hoe kom je van reageren naar initiëren. Afwachten zit niet in mijn karakter, maar maakt vaak ook wel dat je op achterstand staat. En begrijp me niet verkeerd: geduld is ook belangrijk!”
“Zo heb ik er altijd al in gestaan. Nu ik de nodige vlieguren heb gemaakt als bestuurder, is het tijd om daar ook binnen onze beroepsvereniging weer wat mee te gaan doen. Als aspirant-lid heb ik inmiddels bij een aantal bestuursvergaderingen gezeten. Bij de thema’s die voorbijkomen denk ik: daar heb ik zeker iets aan bij te dragen. Met name het verder professionaliseren en positioneren van onze beroepsgroep en onze vereniging heeft mijn belangstelling. Wat dat betreft kom ik in een interessante fase binnen.”