In het regeerakkoord 2021-2025 is de afspraak opgenomen om de loonkloof te dichten en te streven naar één cao voor leraren en bestuurders in het funderend onderwijs. Naar aanleiding van deze afspraak heeft het ministerie van OCW de PO-raad, VO-raad, de onderwijsvakbonden en de VTOI-NVTK en de VvOB uitgenodigd voor een verkenning naar de wenselijkheid en de bereidheid om te komen tot één cao voor het funderend onderwijs, inclusief bestuurders.
Het verkennende rapport dat op basis van diverse uitvoerige overleggen tot stand is gekomen is op 18 april 2023 door de minister naar de Tweede Kamer gestuurd. Het rapport beschrijft uitgebreid het huidige stelsel van de arbeidsvoorwaardenvorming in het funderend onderwijs en vermeldt ook de context waarbinnen de bestuurderscao’s tot stand zijn gekomen. Ook gaat het rapport in op een vermeende disbalans in loonontwikkeling bij de bestuurders in relatie tot die in de reguliere cao’s en de beeldvorming daaromtrent. Over de periode 2014-2022 is geen disbalans geconstateerd. De loonontwikkeling van bestuurders blijft - zo blijkt uit de cijfers - in die periode juist iets achter bij die van de CAO PO en de CAO VO. Meer transparantie hierover kan verkeerde beeldvorming tegengaan. Verder wordt vastgesteld dat de naleving van de WNT, een van de belangrijkste kaders voor de bezoldiging van bestuurders, in alle onderwijssectoren in voldoende mate tot tevredenheid stemt. Het aantal (niet toegestane) overschrijdingen is vanaf de inwerkingtreding van de WNT beperkt en toont daarbij een duidelijke neergaande trend. Bovendien is er sprake van een zekere afstand tot het toepasselijke bezoldigingsmaximum voor de meeste bestuurders. En tenslotte blijkt uit gepubliceerde data van CBS dat het verschil tussen het salaris van een bestuurder ten opzichte van een gemiddelde werknemer in het onderwijs het kleinst is van alle sectoren die in beeld zijn gebracht.
Om beeldvorming omtrent arbeidsvoorwaarden van bestuurders te voorkomen is door de overlegpartijen afgesproken dat er meer transparantie zal komen over cao-afspraken en -ontwikkelingen van zowel bestuurders als overig personeel. In dat verband heeft de VTOI-NVTK toegezegd dat zij, naast de verplichte verklaring van de accountant bij de jaarrekening over de bezoldiging van de bestuurder en de op hem van toepassing zijnde WNT klasse OCW-sectoren, haar leden zal verzoeken om indien individuele (carrière) verhogingen zijn toegekend aan een bestuurder dit te motiveren in het jaarverslag van het intern toezichtsorgaan. De VTOI-NVTK en de VvOB hebben daarnaast verklaard dat zij, vanwege het feit dat het wenselijk is te komen tot een verbetering van de beeldvorming omtrent de cao voor bestuurders in het funderend onderwijs, ook in de toekomst de procentuele contractloonstijging voor bestuurders in het funderend onderwijs in de pas zullen laten lopen met de ontwikkeling van de lonen voor het overig personeel in het funderend onderwijs. En dat zij bij het vaststellen van de overige arbeidsvoorwaarden voor bestuurders in het funderend onderwijs geen ongerechtvaardigde verschillen zullen laten ontstaan met die voor het overig personeel in het funderend onderwijs.
De overlegpartijen hebben de dialoog tijdens de verkenning als waardevol ervaren. Zij willen het informele contact ook in de toekomst voortzetten.
U kunt hier het verkennend rapport inzien en hier de begeleidende brief van de minister aan de Tweede Kamer (op blz. 14 staat de reactie van de minister op het verkennend rapport).