Je kennis vergroten en daardoor professioneler kunnen handelen in lastige situaties. Irene Koning, bestuurder bij Stichting Fedra in Beverwijk, plukt zeer regelmatig de vruchten van haar studie arbeidsrecht. Is het niet voor haar eigen stichting, dan wel door advies te geven aan collega’s.
Irene Koning studeerde de afgelopen negen jaar rechten, met als specialisatie arbeidsrecht. Komende zomer studeert ze af. “Ik ben ontzettend leergierig en nieuwsgierig. Toen ik op deze stoel bij Fedra terecht kwam en merkte dat ik op bepaalde gebieden witte vlekken had, wist ik meteen: daar wil ik meer van weten. Een studie was voor mij de oplossing, want ik wil mijn werk professioneel aanpakken. Die behoefte is ook reden om lid te zijn van de VvOB.”
Focus op medewerkers
De focus van Irene ligt op de medewerkers. “Je doet het voor de kinderen, maar het terrein van het personeel boeit mij het meest. Uiteindelijk gaat het erom wat al die volwassenen met elkaar bereiken. Of je het goed doet, heeft alles te maken met de interactie tussen de volwassenen, de stijl van leidinggeven, de filosofie waarop je je onderwijs baseert en de manier waarop de volwassenen dat concreet maken. Zij bepalen het resultaat.”
In het verlengde daarvan is medezeggenschap een thema dat haar boeit. Tijdens haar eerdere studie onderwijskunde volgde ze al eens een module onderwijsrecht. ‘Razend interessant’, in de woorden van Irene. Net als arbeidsrecht, waarmee ze in haar functie van bestuurder steeds meer te maken kreeg. “Mijn studie rechten heeft me zoveel handvatten gegeven. Dat geldt voor elk vak, of het nou bestuursrecht, privaatrecht of strafrecht is.” Pardon, strafrecht? “In het strafrecht heb je strakke bewijzen en feiten nodig. Daarbij moet je iets aan iemand kunnen toerekenen. In het onderwijs krijg je als bestuurder soms te maken met mensen die het niet met elkaar eens zijn. Mensen hebben allemaal hun beweringen, belangen en emoties. Ik heb geleerd een probleem uit te kleden tot de kern en te bekijken of je het aan iemand kunt toerekenen. Zo kun je de emotie eruit halen. Dan geeft de uitkomst een bevredigend resultaat voor de betrokkenen.”
Onderzoek naar wet op de medezeggenschap
Voor haar afstudeerscriptie onderzocht ze de mogelijkheden voor inspraak door personeel. “Door PO in Actie werd er gezegd dat leraren te weinig zeggenschap en invloed hebben. Dat triggerde mij. Daarom heb ik diverse wetten geanalyseerd: de wet op de medezeggenschap, de wet beroep leraar en de wet versterking bestuurskracht. Plus drie opeenvolgende cao’s voor PO. Ook heb ik de schoolleiders en leden van de MR van acht basisscholen bevraagd. Wat blijkt: er zijn heel veel instrumenten voor medezeggenschap, maar daarvan wordt vaak alleen het recht op instemming gebruikt. Verder gebeurt er heel veel op informeel niveau. Dat is mooi, wat dat leidt tot een interactief proces om tot besluiten te komen die voor leraren belangrijk zijn. Het wordt alleen niet als medezeggenschap ervaren.” Op basis van de uitkomsten vraagt Irene zich af of een MR op schoolniveau wel nodig is. “Op schoolniveau zou je het ook redden met het interne overleg tussen directeur, team en de oudergeleding uit de MR. Wettelijk gezien mag dat niet. Eigenlijk maken wetgever en cao-partners de wet veel complexer dan voor de praktijk nodig is.”
Kennis over aansprakelijkheid
Dankzij de studie kan Irene professioneler te werk gaan op het gebied van aansprakelijkheid. “Ik weet nu in een vroeg stadium zorgvuldig te handelen bij panieksituaties. Dat is gelukkig zelden nodig. Maar als het nodig is, is het fijn dat je de kennis in huis hebt. Dit kan ook een taak van een HR-manager zijn, maar niet elk schoolbestuur is zo groot dat de HR-afdeling hier juridische kennis over bezit.”
Irene blijft leren, ook nu haar studie er bijna op zit. “Met andere onderwijsbestuurders vorm ik een leernetwerk. Daar organiseren wij onze eigen scholing. Vier keer per jaar nodigen we externe sprekers uit. Ook benutten we elkaars expertise.” Irene adviseert graag collega’s op dit vlak. “Mensen kunnen mij altijd bellen.”