Jetta Spaanenburg is bestuurder van Samenwerkingsverband Utrecht PO, waar ruim 31.000 kinderen naar zo’n 130 basisscholen gaan. Haar deelname aan de pilot voor het ‘Accreditatiestelsel Bestuurders Funderend Onderwijs’ heeft ze als verrijkend ervaren, vertelt ze in dit openhartige interview.
Jetta is naast bestuurder van het samenwerkingsverband ook voorzitter van het landelijk netwerk leidinggevenden passend onderwijs (Netwerk LPO). “Mijn liefde zit heel erg op het inclusief opgroeien. Ik spreek en schrijf er veel over, doe visitaties, denk mee in beroepenveldcommissies en ben gastdocent bij de Academie & Vakvereniging Schoolleiders (AVS) en op universiteiten.”
Niet alleen maar vragenlijstjes invullen
“Ik vond het hele proces van de accreditatie mooi. In elk onderdeel ervan zit iets wat je elkaar geeft. Het is niet alleen maar vragenlijstjes invullen en weer door.” De accreditatie bestaat uit drie onderdelen: de 360-graden feedback, de zelfevaluatie en het ontwikkelplan, en het gesprek met de auditoren.
Jetta: “Voor de 360-graden feedback vraag je minimaal zeven mensen die verschillende rollen vervullen, zoals iemand uit de MR, iemand uit de Raad van Toezicht, een bestuurlijk samenwerkingspartner. Ook vul je het formulier voor jezelf in. Er wordt ingezoomd op de onderdelen persoonlijk, inhoudelijk en bestuurlijk leiderschap. Degene die het formulier invult, geeft een score en voorziet die van een voorbeeld uit de praktijk. Dat maakt het meteen tastbaar. Wat ik -op eigen initiatief- daarbovenop heb gedaan, is een persoonlijk gesprek voeren met alle ‘invullers’. Ik wilde loskomen van het papier.”
Een cadeautje voor jezelf
“Het is heel tof om allerlei dingen te lezen over jouw rol als bestuurder. Het is echt een cadeautje voor jezelf. Zo had ik een boeiend gesprek met een van de toezichthouders. We hadden het over het verschil tussen macht en gezag. Macht, dat heb je vanuit je functie, en gezag vanuit wie je bent en dat wat je weet. Ik kreeg terug dat ik een duidelijke visie heb en sterk inhoud-gedreven ben, en dat dat automatisch gezag met zich meebrengt. Ik vond mijn gedrag altijd vanzelfsprekend, maar ik ben me er meer bewust van geworden. Ik blijf reflecteren op de dimensie macht, ontregelend als die soms is. Besturen gaat wat mij betreft ook om verbinding. Een andere rode draad is daarom dat ik mijn rol als bestuurder in een netwerk inzet als bruggenbouwer, om mensen bij elkaar te brengen. Dat doe ik altijd vanuit mijn waarden.”
‘Soms denk ik, ik ben helemaal niet de expert’
“De zelfevaluatie was qua aantal woorden en qua vorm volledig vrij. Ik heb het als volgt aangepakt: eerst heb ik een schets gemaakt van de ontwikkeling van het samenwerkingsverband en mijn rol hierin. Daarna heb ik verwoord wat mijn toekomstvisie is op het maatschappelijk debat over inclusief opgroeien en de rol van het samenwerkingsverband. Vervolgens heb ik voor mezelf beantwoord wat dat betekent voor mijn inhoudelijk, bestuurlijk en persoonlijk leiderschap. Vragen die ik mezelf stelde waren: ‘Waar ben je van? Wat doe je dan? Hoe weet je dat je het goede doet? Hoe deel je dat met elkaar?’ Niet toevallig de vragen die ook in mijn vlog-reeks terugkomen als ik mensen spreek over waar zij ten diepste van zijn.
Verder beschreef ik mijn krachten en mijn zwaktes en hoe ik de feedback op mijn handelen organiseer. Een aardige anekdote in dit verband: ik las in het Volkskrant Magazine van september een interview met Francine Oomen, waarin zij het heeft over de ‘Zinkende Walvis’. Hiermee bedoelt ze het stemmetje in je hoofd dat maakt dat je heel kritisch bent op jezelf en tegelijkertijd heel perfectionistisch bent. Met als gevolg dat je nogal eens denkt, ‘wie ben ik om dit te doen?’. Deze metafoor boeit me. Soms denk ik, ik ben helemaal niet de expert, ook al verwachten anderen dat, maar als je oog hebt voor andere perspectieven kun je het verschil maken. Dus ik ben vooral dankbaar dat ik dat mag doen.”
De auditoren hadden zich goed ingelezen
“Het gesprek met de auditoren kende een mooie diepgang. We hebben wel 2,5 uur gesproken. Ik merkte dat zij er, net als ik, zin in hadden. Ze namen de tijd en vertelden ook over veel zichzelf. Ze hadden zich heel goed ingelezen. Uit de 360-graden feedback haalden ze moeiteloos de rode draad en voegden er ook nog iets aan toe. Na afloop ontving ik een uitgebreid verslag, dat ik mee mocht lezen. Hierin schreven ze onder andere dat ik, door de veelheid aan dingen die ik doe, de wil en motivatie heb om alles aan elkaar te verbinden, en daarnaast de visie en energie heb om door te pakken. Het brengt echter ook met zich mee dat ik bijna altijd ‘aan sta’. De belangrijkste suggestie die de auditoren deden, was dat ik nog meer rust zou kunnen inbouwen voor mezelf. Dat doe ik al wel, maar dat kan beter. Ik ben een visionair en een creatief denker. Zulke eigenschappen komen het best tot zijn recht wanneer er rust en denkruimte is.”
Niet harder maar slimmer werken
“De gesprekken in de accreditatie zetten aan tot nadenken. Wat ik meer ben gaan doen én uitdragen: niet harder maar slimmer werken, nog meer vanuit ieders verantwoordelijkheid. Eigenlijk is het een versterking van waar ik al mee bezig was en die naadloos aansluit bij onze kernwaarden ‘vertrouwen, vrijheid en verantwoordelijkheid’. Ook is mijn besef versterkt dat partners soms geneigd zijn om vanuit hun eigen perspectief te kijken en niet daarbuiten. Door meer in de vertraging te gaan tijdens gesprekken, kan ik hier meer bij stilstaan. Ik ben een snelle denker en weet goed hoe ik zaken moet organiseren. Maar hoe anderen dat zien, daarvoor kun je niet genoeg aandacht hebben.”