Bestuursadviseur René Weijers is al 35 jaar gefascineerd door leiderschap en de rol van bestuurders. Tijdens de ALV van de VvOB inspireerde hij de leden door in te gaan op de fascinerende en uitdagende aspecten van het vak van bestuurder. En op de vraag wat goed bestuur inhoudt. “De beste bestuurders brengen bekwaamheid en morele verstandigheid bij elkaar.”
René Weijers is bestuursadviseur en begeleidt bestuurders in het onderwijs en het bedrijfsleven. In 2022 verscheen zijn boek ‘Wat er werkelijk toe doet’, over bestuurders en andere leiders die voor grote opgaven staan en op zoek zijn naar inspiratie voor hun persoonlijk leiderschap. Eind 2023 verscheen een bijgewerkte heruitgave.
Kalmte en vertrouwen
Omdat je op meerdere borden tegelijk schaakt, je van betekenis voelt en perspectief biedt aan kinderen. Zomaar drie van de reacties uit de zaal op Renés vraag: waarom is het zo fantastisch om bestuurder te zijn? “Het is een prachtig mooi vak, dat van bestuurder”, zegt René. “Tegelijkertijd is het een enorm spannend metier, met alle maatschappelijke uitdagingen waar we ons mee geconfronteerd zien. In een tijd waarin ophef continu op de loer ligt, is het aan bestuurders om de kalmte te brengen. Het vertrouwen te hebben - en uit te spreken - dat we er misschien nog niet zíjn, maar dat we er wel kómen.”
Taal is een belangrijk instrument om dat vertrouwen te laten bloeien in je organisatie. “Taal is het voertuig van de geest. Je toonzetting is cruciaal om verbinding te maken op menselijk niveau. Daarvoor is het nodig om te praten, maar nog veel belangrijker om te luisteren. Als een dirigent die goed luistert naar alle briljante musici. De mooiste muziek komt tot stand wanneer iedereen het vertrouwen voelt van de dirigent en op het juiste moment de ruimte krijgt om op zijn eigen manier uit te blinken.”
Kracht en kwetsbaarheid
“Wat mij in al die jaren opviel aan succesvolle bestuurders, is dat ze zich niet neerleggen bij omstandigheden die tegenzitten, maar altijd op zoek zijn naar wat wél kan. Dat ze het vertrouwen hebben dat het goed komt, zonder naïef te zijn. Ik noem dat ‘taakstellend optimisme’. Zo iemand overziet de moeilijkheden, op een stoïcijnse manier, en denkt vooruit vanuit gedrevenheid.”
Het vraagt zowel kracht als kwetsbaarheid om zo’n bestuurder te zijn. “Goede leiders zijn authentiek, durven te laten zien dat ze fouten maken. Vervolgens tonen ze de moed om te zeggen:
we weten nog niet precies hoe, maar we gaan het doen. Ze vertrouwen erop dat ze de juiste mensen en kennis om zich heen weten te verzamelen, waarbij de tijd hun bondgenoot is.”
Daarbij combineren zij bekwaamheid met deugdzaamheid. “Ze beschikken over de benodigde cognitieve vermogens, bijvoorbeeld om het verschil te zien tussen de verschillende dilemma’s die je als bestuurder tegenkomt, en om daarnaar te handelen. Tussen de eenvoudige (‘tamme’) vraagstukken en de complexere (‘taaie’) vraagstukken. Daarnaast zijn ze in staat een morele afweging te maken op basis van de kardinale deugden moed, matigheid, rechtvaardigheid en wijsheid. De beste bestuurders brengen bekwaamheid en morele verstandigheid bij elkaar.”